Tineke Bisschop

Memoires tijdens de ‘dankdienst voor het leven’ van onze moeder

Persoonlijke bijdrage Koert, mede namens de andere kinderen

 

1.Gedicht:  ‘Het moederhart’

Vanaf mijn allereerste begin

Klopte haar hart

Als geen ander hart kloppen kan

Voor mij

Mij leven geven

Leven gevend hart

Bruisend blakend van gezondheid

Sterk als moeders kunnen zijn

Moeten zijn

Was zij

Verdroeg zij

Droeg zij mij

Onder haar hart

Een leven lang

 

2. Herinneringen aan mama

Mama hield van papa. Dat maakte ze niet zozeer duidelijk in woorden, maar wel door haar gebaren. Ze zorgde voor heerlijke maaltijden waar ze enorm veel werk, zorg en aandacht aan besteedde. Want lekker koken kon ze. Daarmee verwende ze papa speciaal, want ze wist dat die van lekker eten houdt. Haar taal van liefde was: zorgen, verzorgen, zorgzaamheid. Ze zag naar ons om.

Papa ging ’s avonds na een zware dag wel eens lekker op de bank liggen met zijn hoofd op mama’s schoot. Opgerold als een poes die gestreeld wil worden. Dat herkennen we als kinderen, denk ik, ook. Mama die ons koesterde, een aai over onze bol gaf of langdurig door ons haar streek. Dat sprak boekdelen. Zo van: mijn kind, je mag er zijn, ik houd van je. Dat was haar taal van liefdeaanrakenaaien.

We zongen vroeger veel met mama rond de piano. Eén van de liederen die ze wel eens speelde was: ‘Ik weet niet waarom Gods gena, aan mij ook werd getoond’. Moeder stimuleerde ons om een instrument te bespelen en ze deed het zelf voor. Ze leefde muziek voor. Samen kregen we pianoles. Bas en mama zaten samen op gitaarles in Nieuwleusen. Mama hield van zingen en neuriën. Later werd dat minder. Ze bracht ons groot met de kinderliedjes van Elly en Rikkert en maakte ons ‘op speelse wijze’ vertrouwd met de liefde van God en de Here Jezus.

Ze heeft veel meegemaakt tijdens haar bewogen leven. Ze klaagde nooit, maar daardoor kregen we als kinderen niet altijd hoogte van haaremoties. Speciaal als het ging om het verlies van haar eerste man, onze eerste vader: Jans. Ze is dapper doorgegaan. Ze heeft ons alle huiselijke warmte en liefde gegeven. Ze was altijd thuis uit school om ons op te vangen als we door en door nat (van het zweet of van de regen) thuis kwamen. Ze was zorgzaam: van thee met een koekje tot en met het toestoppen van allerlei lekkers als we, toen we volwassen waren, weer naar eigen (studenten)huis terugkeerden. Ze had er plezier in om ons te verwennen met lekkernijen. ‘Gezond snoepen’, ‘mieters lekker’, zoals opa Koster het noemde.

Ze trok ook alles uit de kast om ons een spannende en gevulde ‘pakjesavond’ te bezorgen. Het spel speelde ze dan mee met haar creatieve talenten. Ze had niet voor niets op de kweekschool gezeten en speelde een ‘rol’ waar zowel zij als wij enorm veel plezier aan beleefden. Kosten nog moeite werden gespaard.

Mama leefde ons een gezond leven voor. Ze propte ons nooit vol met slecht snoep, maar dacht aan onze gezondheid. Soms tot ergernis van mijn broers en zus. Vb.: zaterdagavond was patatavond óf pannenkoekenavond. Maar als ik ’s weekends thuis kwam als ‘arme student’ ging het feest mooi niet door: dan kookte ze uitgebreid omdat ze bang was dat ik niet gezond genoeg at en wel een goede maaltijd kon gebruiken. Toch kwamen Benjamin en Mirjam op woensdag wél aan hun trekken: mama maakte dan regelmatig 3-in-de-pan.

We plukten samen bramen in de zomer. Hartje winter bakten we ‘knieperties’. En wat te denken van al die eigengemaakte frambozenjam of vlierbloesemsap! Die deelde ze rijkelijk uit. Jaar in, jaar uit. De vitaminen vlogen de deur uit. En terwijl ze daar juist enorm veel werk van had.Ze hield van geven. Dat was haar tweede natuur. Daarin liet ze een stukje genade van God zien.

De geboorte van Mirjam was heel speciaal voor mama: eindelijk een dochter! Het is dan ook niet verwonderlijk dat Mirjam het ‘zonnetje in huis’  werd genoemd. Mirjam mocht veel. (Maar dat zullen oudere broers altijd wel vinden van hun jongere zusje). Er mochten altijd vriendinnetjes mee op vakantie.

Ook de geboorte van haar kleinzoon Jens heeft ze zélf als een extra stukje genade van God ervaren. Deze diepe wens heeft de Here God tijdens haar ziekbed nog vervuld. Misschien is dat één  van de redenen geweest dat God haar leven na de constatering van haar ziekte nog drieëneenhalf jaar verlengd heeft. Zo waren er tijdens de laatste periode van haar leven, naast momenten van onmenselijk lijden ook momenten van intens geluk.

 

3. Genade: mama’s laatste gesprekken en wensen

Mama getuigde van haar geloof in de Here Jezus. Tijdens haar ziekenhuisopnames sprak ze met andere mensen over de hoop die in haar leefde. Eén voorbeeld wil ik u niet onthouden. De ziekenhuispastor kwam op haar kamer om Psalm 23 voor te lezen. Daarna vroeg mama aan hem of hij opnieuw geboren was. Het bleef lang stil. Toen antwoordde de pastor: ‘Nee’. Mama zei toen: ‘Het kan nog, het is ook voor u….’  ‘Ja’, zei de pastor, ‘misschien wel’. Deze ziekenhuispastor las mama voor over de Goede Herder, maar mama kende de Goede Herder. Een ander voorbeeld, waarin duidelijk werd dat mama tot het einde bezig was met het heil van andere mensen, was toen ze tegen me zei n.a.v. iets dat ze las: ‘Wat zou het geweldig zijn als die persoon door mijn ziekte tot geloof zou komen’.  Dat is vandaag de diepste wens van haar hart, namelijk dat mensen door haar ziekte en dood tot levend geloof in de Here Jezus komen.

Genade kocht haar vrij. Ze is door genade een kind van God. Haar hemelse Vader heeft haar in genade aangenomen. Vandaag op speciale wijze. Ze is thuis voor het avondmaal. Ze is voorgoed verlost van pijn en lijden. Daar ligt onze vrouw en moeder. Een arts zou constateren dat ze dood is, maar geloof het niet, zij is levendiger dan ooit. De angel van het lijden is uit haar lichaam genomen door de Here God zelf. Ze is bevrijd van pijn. We begraven geen dood iemand, maar iemand die oneindig lang leeft. Dat is onze Hoop. Uit die hoop willen wij vandaag leven. Er is hoop voor de toekomst door Jezus Christus. Omdat Hij is opgestaan, zal onze moeder en oma opstaan.

En vandaag? Ach, broers, zus, zwager, schoonzus, huil niet om jullie moeder, maar huil om hen in deze kerk die de Here Jezus niet kennen als hun Verlosser. Zij zijn dood, zij hebben geen hoop, ook al leven hun lichamen. Geestelijk dood in zonden en misdaden zonder leven uit God. Mag ik deze hoop met u delen? Mag ik de Here Jezus, de Verrezene en de Levende, aanprijzen? U staat op een kruispunt van wegen. Ik houd u vandaag de dood en het leven voor. Kies dan het leven. De Here Jezus heeft de prijs voor uw verlossing betaald op het kruis van Golgotha. Wilt u Hem aanvaarden? Wilt u tot Hem komen? Want misschien krijgt u deze kans nooit meer. Zo meteen zal mijn oudere broer een bijbelgedeelte lezen en bespreken. Luister naar hem, want het zijn niet zijn woorden die hij spreekt, maar de woorden van de levende God die door Zijn Geest aan uw hart wil werken.

Vader, dank U wel voor het leven dat mama mét en vóór ons geleefd heeft. Dank U wel: Uw liefde kocht mama vrij en Uw dood schonk haar het leven. Dank u wel voor eeuwig leven dat mama bij u mag genieten. Dank u wel dat u haar verenigd hebt met al die andere christenen, familie en vrienden. Dank u wel dat zij naast U meer dan overwinnaar is. En dat haar pijn, lijden en dood haar niet zullen scheiden van Uw liefde, Here Jezus. We houden van U, lieve Here Jezus. En we bevelen ons, als man, kinderen, familie, vrienden en kennissen in Uw liefde en trouwe zorg aan. Voor nu en later. 

Mama, we houden van u voor altijd en zien ernaar uit u terug te zien.

Híer kunt u de dichtbundel ‘Zij is mijn moeder’ bestellen.