Ik, Barack Obama, nam nog eens in ogenschouw wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Wat zou de president na mij doen met alles wat ik tot stand heb gebracht?
Van alles waarvoor ik me heb afgebeuld onder de zon krijg ik een afkeer. Ik zou zelfs mijn zorgwetgeving achterlaten voor mijn opvolger, en wie zou kunnen zeggen of hij wijs of dwaas zou zijn? Toch zou hij de macht verwerven over alles wat ik met mijn wijsheid heb bereikt. Zelfs mijn grootste huzarenstukje – mijn Obama-care – zou hij in een handomdraai om zeep kunnen helpen. Ook die zorg van mij voor álle Amerikanen zou enkel leegte blijken te zijn.
Ook al ben ik als mens bij alles wat ik heb bereikt bekwaam te werk gegaan, met wijsheid en kennis van zaken, ik moet het geven aan Donald J. Trump, een man met een grote waffel die er niets voor heeft gedaan en nog niets heeft klaar gekregen. Ook dat is niets dan leegte en een uiterst kwade zaak.
Welk voordeel heb ik – Barack Obama – van alles wat ik moeizaam heb verworven?
(Vrij naar Prediker 2:12,18,19, 21 en 22)