Wat moet het een bemoediging zijn geweest voor Jezus’ discipelen om samen met de Geest op weg te kunnen gaan. Nooit meer alleen, maar samen. Samen met al die anderen die vreemd zijn en vreemde talen spreken. Plots is alles anders: ze horen de ander in de eigen taal spreken. De Geest maakt één en laat mensen naar elkaar toegroeien. ‘Maak één en heers’, dát is de werkwijze van de Geest. Dit in tegenstelling tot mensen die verdeeldheid zaaien.
Ook moet ik mij niet afzetten tegen hen die de Geest niet hebben of er net even anders tegenaan kijken. Ik kan de Geest ook niet voor mijzelf claimen. De Geest heeft mij, of ik heb in het geheel de Geest van God niet ontvangen. Het is opmerkelijk dat zij die de Geest claimen te bezitten en zeggen vervuld te zijn met de Heilige Geest, de liefde van God niet lijken te hebben ten opzichte van anderen die vreemd zijn.
De Duitsers claimden tijdens WO I ook de Geest van God te bezitten. Ze hoorden tijdens hun tochten deze Geest met zich mee marcheren. Lieten zij zich een rad voor ogen draaien? Gingen zij met de Geest op pad?
Als dat het geval is, namelijk dat mensen zoveel dood, haat en verderf zaaien en zeggen de ‘Geest op zak’ te hebben, moet men echter twijfelen of een mens nog te maken heeft met déze éne Geest van God die al onze vooroordelen en oordelen onder kritiek stelt. Want er zijn veel geesten in de wereld…