Martin Hazenoot

Martin Hazenoot was een vriend van ons die altijd spontaan langs kwam
en welkom was, ook om te logeren. Een half jaar lang (waarschijnlijk al
langer) had hij last van stemmen die hem 24 uur per dag bestookten
met negatieve ideeën. Uiteindelijk kon hij dit geweld in zijn hoofd niet
langer verduren, waardoor hij zich 7 augustus 2010 van het leven beroofde. In mijn
gedichten wil ik hem eren en herinneren als een vriend die christen
is. Hij is nu op een betere plaats. Beter dan ik ooit zou kunnen beschrijven.
Het grote gemis én het verdriet, ook vanwege het feit dat ik (wij) er niet op dat afgrijselijke moment voor hem waren, beschrijf ik.

Hieronder ziet u eerst de bijdrage die ik mocht leveren tijdens de afscheidsdienst op 12 augustus 2010 in het Kerkelijk Centrum ‘Het Anker’ in Katwijk aan Zee. Daaronder staan enkele gedichten.

Beste Martin, lieve broer,

wij zijn hier samen met alle mensen die jou liefhebben en nu moeten missen.
Mijn vriend, ik mis je en ik vind het erg dat ik niet de hele weg met jou mee mocht gaan. Dat spijt me.

We hadden veel gemeen. Van gezondheid tot psychische beperkingen. Met jou naast me trotseerden we de golven van de zee. Jouw sterke lichaam bedwong de grootste golven. Kilometers zwom je. De laatste periode van je leven zwom je om die helse stemmen het zwijgen gedeeltelijk op te leggen.

Je rende met je gespierde lichaam mee in de top van lange-afstandslopers in Katwijk. Je voetbalde, wielrende, stond met de zwaarste grindtegels in je hand onze achtertuin te herstraten, hielp je vader met de duiven toen hij doodziek in Leiderdorp geholpen werd aan de streptococcenbacterie en een open hartoperatie moest ondergaan. Je reed je moeder naar het ziekenhuis en las naast het bed van je vader voor uit de bijbel als getuige en hulp van Christus. Je vader houdt van je. Je moeder houdt enorm veel van je en spoorde je aan tot daadkracht, tot het nemen van verantwoordelijkheid. Jij voelde je dan soms gebonden en wilde vrij zijn. Je was avonturier, onbezorgd en een vrolijke flierefluiter. Je broers, zussen, zwagers, schoonzusjes en neefjes houden van je. En moeten je voorlopig missen. Totdat Jezus terugkomt.

De laatste periode las je veel in je bijbel, we baden samen, je luisterde christelijke liederen die het leven even draaglijker maakten en de stemmen in je hoofd voor even deden zwijgen. Je getuigde van je geloof in de Here Jezus, jouw stem klonk luid in weerwil van alle stemmen in je hoofd. Wij mochten met je bidden: bekende en onbekende christenen. We hebben met allen die je lief zijn, speciaal je vader en moeder, gestreden in de gebeden. In mijn beleving heb ik gefaald, hoewel het zo moest zijn.

Vriend, de Vader heeft jou thuisgehaald. Wij konden je niet tegenhouden. De Here Jezus heeft je geroepen. De demonen en stemmen in je hoofd hebben niet gezegevierd. Wij zijn hier in Katwijk aan de zee. Jij bent aangekomen aan ‘s hemels kust. Daar sta je aan de overkant naast je Verlosser. En ik weet dat er geen andere wens is dat al jouw vrienden en dierbaren daar ook aan zullen komen. Dan heeft jouw dood in mijn ogen enigszins zin gehad.

Ik wil u die hier bent daarom uit naam van Martin en in de naam van de Here Jezus aanroepen: ‘laat u met God verzoenen!’ Leg de uitnodigende stem van Jezus niet het zwijgen op. Laat u niet afleiden door allerlei stemmen; misschien carriére, sport, alcohol, drugs. Jezus gaf zijn leven voor Martin, hij gaf zijn leven ook voor u. Wilt u komen? Wilt u knielen voor Jezus? Dit is het moment! Deze kans krijgt u nooit meer. Ga niet weg zonder Jezus als Heer in uw hart en leven te aanvaarden.

Ik heb dit gezegd als vriend van Martin en als dienstknecht van Jezus Christus. Mijn vriend Denis zal als dienstknecht van de Heer straks Gods woorden lezen en spreken. Luister naar Zijn stem.

Katwijk, donderdag 12-08-2010

Moederziel alleen

Al sjokkend beweeg ik mij voort
Mijn ziel zeul ik mee onder mijn arm
Er is van alles dat mij stoort
Ik ben net een vriend arm

Ik hoop de wereld draait om mij
Rond mij en mijn verdriet
Een vriend wijkt botweg van mijn zij
Niemand die het ziet

De wereld draait om mij
Door het leven, gaat zijn gang
Maar ik sta stil, ik ben geen kei
Ik adem, benauwd en bang

Mijn ogen rood van het verdriet
Beweeg ik door mijn straat
Is er niemand die mijn pijn hier ziet?
Ze weten toch van mijn maat?

Ik krijg geen hand
En ook geen schouder
Van mensen aan de kant
Er is een diep besef dat landt
De wereld wordt steeds kouder

Waterstromen

Met stromend water
Masseer ik gedachten weg uit mijn hoofd
Dat probeer ik van vrij denken beroofd
Als was het een kater

Mijn haar spoelend
Beweeg ik mijn handen naar omhoog
Denkend aan de regenboog
Mijn hoofd verkoelend

Mijn wonden likkend
Schoon vegend met verkwikkend , helder water
Om rein en vrij te zijn en later
Niet in somber denken stikkend

Bont, blauw, zwart ben ik geslagen
Onzichtbaar voor mensen miskennend mijn leed
Een vriend morsdood, mijn geest bekleed
Met duisternis die ‘k niet kan dragen

Mijn geest in nevelen gehuld
Tracht ik de flarden mist met mijn hand weg te scheppen
Uit mijn hoofd en hart te deppen
Wat na bloed, bloed met schuld

Laat mijn geweten rein en vrij zijn
Vrolijk in Uw kracht
Want U alleen Heer hebt de macht
De dood te maken en te breken in mijn geest en in mijn brein

Stil

Stil lig ik in mijn bed te woelen
Eindeloos, zo lang
Duurt de nacht al, licht een ster
Op ik ben bang
Al die gedachten-spoken in mijn hoofd
Een nachtmerrie, ‘k ben verdoofd

Angstige momenten beleef ik daar
Ter plekke in mijn bed
Een vriend vertrok heel plots, zo maar
Zonder iets te zeggen
Zonder dat ik helpen kon, alles was zo zwaar
Voor hem die stemmen in zijn hoofd
Van rust was hij beroofd
Ze beukten in zijn hoofd, tekeer
Hij bad, ging tot zijn Heer

We baden samen, vroegen om kracht
Heel tijdelijk kreeg hij die
Want wie het van de Heer verwacht
Stuurt hij niet leeg weg
We hadden hoop die wanhoop doodt
Echter heel even maar
Daar kwamen weer de stemmen op
Zijn leven werd te zwaar

De laatste gang die hij maken ging
Mocht ik niet met hem gaan
Hij ging alleen langs de watering
Een peilloze afgrond waar hij hing
Stervend daar ter plaatse

Daarom lig ik nu hier in mijn bed,
Badend in het zweet, de angst,
Neemt bezit van mij
Toch hoef ik niet bang te zijn
Want de Heer waakt over mij
Die Heer die angst en dood overwon
En met hem, met mij, een nieuw leven begon
Zonder stemmen, zonder ruis.

Waarom?

Waarom weggaan zonder iets te zeggen
Ons achterlatend in geween
Waarom zo plots te vertrekken
Liggend met gebroken been

Erbarmelijke toestand, vreselijk tafereel
Alle beenderen zijn gebroken, maar een gaaf gezicht
Waar was jouw God? Was dit jouw deel?
Was er geen andere weg te gaan, alle pijlen op jou gericht

Waarom moest jij zo gepijnigd zijn met stemmen in je hoofd
Waren het demonen die je altijd kwelden
Dag en nacht om je heen, van geluk beroofd
Rust vond je maar zelden

Je voerde een demonische strijd
Die Christus ook gestreden heeft
Mijn vriend, jou treft nu geen verwijt
Want mijn en jouw Verlosser leeft

Waarom ben jij zo vroeg gegaan
Naar ’s hemels paradijs?
Waarom zo’n wrede strijd begaan
Die ik niet ken, jouw laatste reis

Mijn vriend jij bent nu aangekomen
In een land dat ik niet ken
Wij zullen daar eens samen wonen
Waar Hij is, de groot ‘Ik Ben’

(gedichten geschreven n.a.v. de zelfdoding van een vriend)